woensdag 17 juni 2009

Mijn eerste pasfoto


Een babyleven is een aaneenschakeling van eerste keren. Gisteren was Eva voor het eerst slachtoffer van een steeds totalitairder regime en werd haar eerste pasfoto gemaakt:

Ik: Goedemiddag. Ik wil mijn dochter laten bijschrijven in mijn paspoort.
Gemeentebeambte: Dat kan. Heeft u een pasfoto van de kleine?
I: … een pasfoto?
G: Ja.
I: Mijn dochter is drie maanden oud.
G: Een pasfoto is nodig om identiteitsfraude te voorkomen.
I: Maar over twee maanden ziet zij er heel anders uit.
G: Het is voor haar eigen veiligheid.
I: Want wie niets te verbergen heeft…
G: Pardon?
I: Laat maar.
G: Regels zijn regels.
I: En een roos is een roos is…
G: Pardon?
I: Laat maar. Hoe krijg ik in hemelsnaam een baby op een pasfoto?
G: Daar zijn allerlei voorschriften voor.
I: Dat bedoel ik.
G: Pardon?

Ik: Goedemiddag. Ik wil een pasfoto laten maken van mijn dochter.
Fotografe: Dat kan. Uw dochter mag plaatsnemen op het krukje.
I: Mijn dochter is drie maanden oud.
F: …
I: Zij kan nog niet zitten.
F: U moet haar zo neerzetten dat het net lijkt alsof ze zit
I: Dus geen afspiegeling van de werkelijkheid?
F: Pardon?
I: Laat maar.
F: Uw handen mogen niet zichtbaar zijn op de foto.
I: Maar hoe moet ik haar dan vasthouden?
F: Zodanig dat uw handen niet zichtbaar zijn op de foto.
I: …
F: Haar ogen moeten open zijn.
I: Maar ze slaapt.
F: Dan moet u komen als zij wakker is.
I: Maar zodra we rijden slaapt ze.
F: Dan moet u haar wakker maken.
I: Babies die slapen worden niet zomaar wakker.
F: …

Eva: wèèèh
I: Ah, ze is wakker!
F: ‘klik’.
I: Is hij gelukt?
F: Of u moet willen dat ik een móóie foto van haar maak.
I: pardon?