maandag 22 november 2010

Geloofsbelijdenis uit de ivoren toren


Eénendertig. Nog twee jaar te gaan tot de Heilige leeftijd waarop Christus aan het kruis is gestorven zodat de mensheid bij God in een goed blaadje kwam te staan, voor wie daarin gelooft. Zou ik in vervlogen tijden oud zijn geweest – mijn kinderen zouden tieners zijn en mijn levensverwachting korter dan mijn geleefde tijd – in het huidige tijdgewricht ben ik laat-adolescent of jong-volwassen. Dit zou ‘mijn tijd’ moeten zijn (want er zijn ook periodes in het leven waarin ‘jouw tijd’ achter je ligt, of nog komen gaat). En toch voel ik me verweesd.

Ik ben een kind van mijn tijd. Ik blog, ‘ben’ op facebook en andere netwerksites (zelfs al vrees ik de gevolgen voor ’s mensens privacy). Dankzij de feministische golf werk ik als wetenschapster, en delen man en ik het huishouden en de opvoeding van onze kinderen evenredig. Maar langzaam raak ik mijn grip op de tijd kwijt.

Ik houd namelijk van de mogelijkheden van internet, maar niet van ongefundeerde en niet beargumenteerde meningen, of slordige citaties. Ik vind dat niet elke mening even veel waard is. Ik hecht aan mijn papieren krant, en ben bereid te betalen voor goede journalistiek, maar ben één van de laatste der Mohikanen. Ik houd ervan literatuur te lezen en poëzie, naar theater en naar de film te gaan, of (klassieke) concerten te bezoeken, maar dat is vandaag een ‘linkse hobby’. Ik ben ervan overtuigd dat het leven slechts waarde heeft in het licht van een groter geheel: in het licht van de geschiedenis en de toekomst, de vele levens die al geleefd zijn en die nog geleefd gaan worden. Het ‘hier en nu’ kan daarvan niet losgezongen worden. Ik denk dat gezondheidszorg en (ik noem maar wat) installatie-techniek, op een niet-individueel niveau niet belangrijker zijn dan ‘cultuur’, omdat in de toekomst niemand erom zal malen dat FK uit uit het pittoreske V veel te jong aan de geheimzinnige ziekte B is overleden, terwijl men wel met bewondering het meesterwerk van LK uit het niet minder pittoreske A zal lezen. En omdat wanneer er geen cultuur zou zijn, er geen reden is om te willen genezen van ziekte B, of om ons warm te houden. Ik denk dat je niet kunt bezuinigen op cultuur, omdat cultuur niet synoniem is aan podiumkunsten, maar aan het leven. Ik denk dat ‘rentmeesterschap’ en de mening dat niet de overheid maar boeren moeten zorgdragen voor natuurbeheer niet samen gaan. Ik weet dat er velen zijn die om wat voor reden dan ook niet kunnen voldoen aan de verwachtingen die de maatschappij van hen heeft en die toch niet lui zijn, of mislukt. Ik ben van mening dat geld een middel is en geen doel. Ik denk dat sommige dingen van waarde weerloos zijn (maar sommige gelukkig ook heel weerbaar).

Het oordeel van de luiden op het Haagse pluche zal niet mals zijn: ‘links’, ‘naïef’, ‘vrouw zeker’. Maar dat alles was ik gisteren ook al. Ook gisteren behoorde ik tot een kleine groep (de zogenaamde intellectuele elite) en was mijn mening een minderheidsstandpunt. Waarom voel ik mij vandaag dan verweesd? Omdat ik er gisteren nog op kon vertrouwen dat terwijl ik betaalde voor de ‘rechtse hobbies’ van anderen, zij dat voor de mijne zouden doen. Omdat ik hoopte dat zij die de vrijheid van meningsuiting verdedigden, dat ook deden voor hun tegenstanders. Omdat ik dacht dat democratie betekent dat je je ook tégen de democratie mag uitspreken. Omdat ik in de veronderstelling was dat anderen diep in hun hart ook vonden dat een comfortabele levensstandaard een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde is voor een zinvol leven.

Ik vraag me wel eens af wat ik mijn kinderen zal antwoorden wanneer zij mij later zullen vragen waarom ik ze op de wereld heb gezet. Mijn antwoord zou zijn: ‘omdat er zoveel is om voor te leven. Vriendschap, liefde, literatuur, verwantschap, gedeelde ideeën, sport, kennis, lekker eten, beeldende kunst, mooie woorden, intrigerende gedachten, ambitie, schoonheid, etc’. Ik hoop maar dat het antwoord niet noodgedwongen luidt: ‘om te overleven, je te voegen naar het contract dat de meerderheid met elkaar gesloten heeft, die meerderheid zo min mogelijk tot last te zijn, de samenvatting van de consensus te denken en liefst geruisloos weer te sterven’.

woensdag 13 oktober 2010

Naar zijn beeld: een kabinet van mastodonten


Waarom zitten er zo weinig vrouwen in het kabinet Rutte I? Menigeen vraagt het zich af en menig krantenartikel is er al aan gewijd. We zouden terug zijn bij af. Het land gaat weer regeerd worden door blanke mannen in wie meer dan de helft van de bevolking zich niet herkent. De politiek komt verder af te staan van de burger. Anderen beweren dat de emancipatie voltooid is. Een selectieproces dat extra aandacht besteedt aan de werving van vrouwen is blijkbaar niet meer nodig. Bovendien is een voorkeursbeleid voor vrouwen niet wenselijk. "Ministers moeten niet benoemd worden omdat zij vrouw zijn, maar vrouwen moeten benoemd worden omdat zij ‘ministerabel’ zijn" (vrij naar het NRC hoofdredactioneel commentaar van dinsdag 12 oktober).

Het is een misvatting dat het geringe aantal vrouwen een trendbreuk is. Eerder is er sprake van continuïteit. Drie van de twaalf ministers zijn vrouw (25 %). Het meest vrouwvriendelijke kabinet tot nu toe (2003) telde vijf vrouwelijke ministers op een totaal van zestien (31,25 %). Om terug te komen op mijn beginvraag: waaróm zitten er zo weinige vrouwen in het kabinet? Welnu, van het CDA had ik niet anders verwacht; die heeft de wereld immers te leen van God (het befaamde rentmeesterschap) en God is nu eenmaal door de man naar zijn beeld geschapen.

Hadden we dan van de VVD meer moeten verwachten? Het gedoogaccoord doet anders vermoeden. Daar staat letterlijk: “Het kabinet beëindigt het diversiteits/voorkeursbeleid op basis van geslacht en etnische herkomst. Selectie moet plaatsvinden op basis van kwaliteit.” Dat is precies wat Rutte zegt te hebben gedaan: hij heeft gezocht naar kwaliteit, in alle hoeken en gaten, en hij heeft gevonden. Mannen. Mastodonten. Ervaren. Blank. Jong, maar vooral oud. Heeft hij naar vermogen gezocht? Waarschijnlijk wel. Ik geloof Rutte op zijn woord als hij dat zegt. Ik denk bovendien dat hij er oprecht van overtuigd is dat hij de beste mensen heeft gevonden. Maar ik geloof niet dat hij in alle hoeken en gaten heeft gezocht. Onderzoek naar benoemingsprocedures aan universiteiten laat zien dat (mannelijke) benoemscommissies, onbewust, vrouwen uitsluiten. Niet omdat zij geen vrouw wíllen aanstellen, maar omdat zij de kwalitatief goede vrouwen die er zijn niet opmerken. Zij bevinden zich namelijk niet in hun netwerk en zelfs als zij zich daar wel bevinden, worden ze over het hoofd gezien. Vrouwelijke wetenschappers die hun leidinggevenden na promotie van hun mannelijke collega vragen waarom hen niet gevraagd is te solliciteren krijgen te horen “o, maar ik wist niet dat je die baan ambiëerde”. Als het om hun opvolger gaat kiezen mensen, mannen én vrouwen, (al dan niet bewust) mensen die op hen lijken. Hetzelfde geldt waarschijnlijk, mutatis mutandis, voor de politiek. Rutte heeft goed gezocht, maar vooral in zijn eigen netwerk. Hij schiep een kabinet naar zijn eigen beeld.

Dan rest nog de vraag: waarom zijn er zo weinig vrouwen te vinden in Rutte’s netwerk? Gezien zijn keuze voor Edith Schippers als één van zijn ministers kan dat haast geen principiëel punt zijn. Misschien is er nog een andere verklaring. Dit kabinet is overwegend Conservatief-christelijk (de tijd dat de VVD liberaal was ligt inmiddels achter ons) en die richting trekt minder vrouwen. Vrouwen zijn in grotere getalen te vinden bij Groen Links, D66 en PvdA. Misschien wel omdat vrouwen doorgaans (gemiddeld) wat meelevender zijn dan mannen en meer waarde hechten aan solidariteit. Natuurlijk, CDA en VVD hebben de mond vol van solidariteit, maar woorden kosten geen geld. VVD vindt het bijvoorbeeld solidair dat alle groepen procentueel hetzelfde inleveren, en neemt dus graag voor lief dat de pijn niet evenredig wordt verdeeld.

Wat VVD onder solidariteit verstaat werd afgelopen zaterdag mooi verwoord door Marcel Wissenburg, hoogleraar politieke theorie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en verbonden aan de aan de VVD gelieerde Teldersstichting. In een interview naar aanleiding van zijn pleidooi voor embryoselectie kwam het gevaar van de beschikbaarheid van genetische informatie ter tafel. “De solidariteit”, aldus Wissenburg, “wordt ondermijnd wanneer burgers informatie hebben die verzekeraars niet hebben. Daar kunnen zorgverzekeraars aan failliet gaan. Maar de solidariteit wordt ook ondermijnd als verzekeraars genetische informatie misbruiken om mensen uit te sluiten. […] We willen een absolute garantie voor basiszorg voor allerlei aandoeningen. Voor heel dure behandelingen van extreme ziekten moeten mensen zich kunnen bijverzekeren en dan moeten verzekeraars ook over genetische informatie van hun klant kunnen beschikken.” De interviewer pareerde: Dan krijg je toch dat arme mensen zich niet verzekeren tegen dure behandelingen? Wissenburg ontkende dat niet: “Niemand verdient zo'n ernstige ziekte, maar er zijn grenzen aan wat mogelijk is. Je kunt een collecte houden voor de behandeling van je ziekte. Voor mensen is zo'n ziekte dramatisch, maar we kunnen aardbevingen niet uitbannen, en ziekten ook niet.” Solidair? Niet als je het mij vraagt.

Wissenburg gaf in een bijzin overigens ook nog een oorzaak voor het geringe aantal vrouwelijke VVD-ministers. De voorkeur voor mannen begint volgens hem al bij de conceptie. Op de vraag of er geen risico’s kleven aan het door hem gewenste recht van ouders om bij embryoselectie ook het geslacht te kiezen, antwoordt hij: “het bezwaar is misschien dat de bevolking uit de pas gaat lopen. Dat er meer jongens dan meisjes geboren worden.” I rest my case.

En zo schiep de Man een kabinet. Naar Zijn beeld schiep hij het.

donderdag 23 september 2010

Waarom werkende moeders gebaat zijn bij een lekkere jonge vent


Bezuinigen op de kinderopvang is weer een hot item sinds prinsjesdag. Ouders zullen meer moeten gaan bijdragen aan de kosten voor kinderopvang. Voorstanders zeggen dat het krijgen van kinderen een keuze is. Voor de kosten van die keuze moeten ouders dan ook maar zelf opdraaien. Je levert wellicht wat salaris in, maar daar staat tegenover dat je investeert in je toekomst en dat je je blijft ontplooien. Belangrijk, want 'zeventig centimeter schattigheid in een trappelpakje' biedt vrouwen geen voldoening (de laatste kwalificatie komt uit een hoofdredactioneel commentaar in NRC Handelsblad). Tegenstanders zijn bang dat vrouwen massaal zullen stoppen met werken. Dat is niet alleen slecht voor de economie en de arbeidsmarkt, maar ook voor de maatschappelijke positie van vrouwen.
Om te weten waarover we praten een kleine rekensom: de kinderopvang van één kind bij een regulier kinderdagverblijf kost 6,25 euro per uur. Zou Jan Modaal zijn twee kinderen vijf dagen per week naar de kinderopvang brengen, dan kost dat hem zo’n slordige 3500 euro per maand. Voor Jan Modaal is dat anderhalf salaris. Geen wonder dat Truus Modaal overweegt te stoppen met werken.
Maar dan iets anders: waarom zou het Truus Modaal zijn die stopt met werken, en niet Jan? E-quality, een kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, stelt dat “het een bekend gegeven [is] dat de kosten van de kinderopvang nog vaak worden afgezet tegen het salaris van de moeder”. Preciezer is het wellicht te stellen dat de kosten van kinderopvang worden afgezet tegen het salaris van de minst verdienende partner. En dat is meestal de vrouw. Waarom? Misschien omdat vrouwen nog altijd minder verdienen dan mannen, ook wanneer zij dezelfde functie en ervaring hebben. Maar meer nog omdat in de meeste relaties de vrouw jonger is dan de man. Vrouwen vallen steevast op oudere mannen. En dat is dom. Ouder betekent niet alleen meer rimpels, een kortere levensverwachting en minder puf om met de kinderen te gaan voetballen, maar ook meer werkervaring en (meestal) een hoger salaris. Mijn tip dus aan alle vrouwen die willen blijven werken, ook als de kosten van de kinderopvang gaan stijgen: ga niet op zoek naar een gedistingeerde grijze heer met levens- (en werk)ervaring. Neem in plaats daarvan een lekker jong ding. Fit, mooi, strak en liefst met een iets kleiner salaris dan jij. Mag hij straks lekker op de kinderen gaan passen als de kosten voor de opvang de pan uit rijzen.