In een
vlaag van verstandsverbijstering heb ik me ingeschreven voor de
Zevenheuvelenloop. Toegegeven, het is niet eens een
halve marathon of de ‘ultieme afstand’ van ruim 42 kilometer (die overigens ook niet meer zo ultiem is: 150 is het nieuwe 42,195). De Zevenheuvelenloop is maar vijftien kilometer, eigenlijk een afstand voor watjes dus.
Maar ik heb nog nooit eerder vijftien kilometer gelopen, zelfs niet in de
tijd-voordat-ik-moeder-werd. Ik hield het altijd bij tien. En er is nog iets
dat die kilometers ontzagwekkender maakt: zeven heuvels! Normaal gesproken loop
ik mijn rondjes en hexakaidecagonen in Brabant, door heide, bos en Bossche broek. Af en toe pik ik een
trapje mee, maar heuvels? Ik heb ze nog niet gesignaleerd…
Het gaat
niet om de tijd, zeg ik tegen mezelf, het gaat om de afstand (maar alles boven
de anderhalf uur zou ik nogal jammer vinden). En gelukkig leeft mijn omgeving
lekker mee. Eega roept: ‘ben je gek geworden’ als ik op zondagochtend om zeven
uur in hardloopkleren naast het bed sta. (Ik houd me voor dat hij dat niet zegt
omdat ik ga lopen, zoonlief is immers ook al even wakker, maar omdat ik hem
wakker maak om dat mee te delen). Een collega zegt bemoedigend: ‘leuk, de Zevenheuvelenloop!
Die liep ik vorig jaar in 64 minuten’. Als het zo moet...
Wordt
vervolgd.
Succes! Ik doe het je niet na!
BeantwoordenVerwijderen